U bent hier: Home > Geschiedeniskamer
Crematorium Westerveld (1913) is het eerste crematorium van Nederland en werd gebouwd door de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie (1874 – 2024).
Ter herinnering aan 150 jaar Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie – en dáármee aan de geschiedenis van cremeren in Nederland – is in 2024 op het veld voor de monumentale koepel een kunstwerk geplaatst.
Geschiedeniskamer
Over de historie van de Vereniging is in het crematorium bij de binnengalerij een speciale ‘geschiedeniskamer’ ingericht. Deze ruimte, duidelijk aangegeven door borden, is vrij toegankelijk.
Ter herinnering aan 150 jaar Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie – en dáármee aan de geschiedenis van cremeren in Nederland – is in 2024 op Westerveld een kunstwerk geplaatst.
Het sculptuur van kunstenares Martha Waijop is driedimensionaal. In het kunstwerk is veel maçonnieke symboliek terug te vinden; de vrijmetselarij heeft in de historie van de vereniging een belangrijke rol gespeeld. Duidelijk herkenbaar zijn onder meer de passer, de winkelhaak en de acaciatak.
Het Yin Yang symbool is door de kunstenares ‘ruimtelijk’ gemaakt. Het ene gedeelte rust op een deel van de winkelhaak, terwijl de bovenkant is verbonden met de passer. De tak van de acaciaboom rust op de voetplaat.
Vanaf Karel de Grote was begraven in het Westen gemeengoed. Als christelijk vorst verbood hij (in 785) het cremeren zelfs vanwege het heidense karakter.
Rond 1850 begonnen voorstanders van crematie in West-Europa zich te organiseren. Daarbij kregen ze – vanuit de oogpunten hygiëne en ruimtegebrek – steun van de medische wereld. Anders dan in bijvoorbeeld Frankrijk, Italië en Duitsland stond de Nederlandse wet lijkverbranding niet toe.
In Nederland stond de ‘Vereeniging tot Invoering der Lijkverbranding’ aan de wieg van cremeren. De vereniging werd op 28 december 1874 opgericht met als doel om (de keuze voor) crematie in Nederland mogelijk te maken. Met de oprichting startte in ons land een verhit politiek en maatschappelijk debat over crematie.
Om cremeren daadwerkelijk mogelijk te maken gaf de Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbranding opdracht voor de bouw van een crematorium in Driehuis (Velsen NH). In 1912 werd daarmee gestart; op 27 september 1913 werd het crematorium, naar een ontwerp van de architect Marius Poel, geopend.
In de beginjaren was er zelfs een speciale treinverbinding tussen het Amsterdam CS en het ‘eigen’ perron van het crematorium. De rouwtrein naar de halte ‘Driehuis-Westerveld’ reed tot circa 1917.
Naar aanleiding van de toenemende vraag naar crematie in Nederland, werd in 1925 gestart met de bouw van een nieuw columbarium. Op advies van de grote architect H.P. Berlage was hiervoor door de vereniging contact opgenomen met die andere bekende architect: Willem Marinus Dudok.
Later tekende Dudok op Westerveld ook voor een tweede aula, diverse urnengalerijen en een urnentuin.
De eerste crematie in Crematorium Westerveld (en daarmee in Nederland) vond plaats op 1 april 1914. Het was de crematie van dr. C.J. Vaillant, een oud-bestuurslid van de Vereniging voor Facultatieve Crematie.
Met deze eerste crematie lokte de vereniging een proefproces uit. Crematie stond immers niet in de wet. Justitie greep niet in, maar achteraf werd er wel proces verbaal opgemaakt. Op basis van de gebrekkige Begrafeniswet sprak de rechtbank iedereen vrij. Vanaf dat moment werd cremeren in ons land gedoogd. Dat duurde tot 1955 toen crematie wettelijk werd toegestaan. De (messing) urn van dr. C.J. Vaillant bevindt zich in het monumentale columbarium onder de naar de architect Marius Poel genoemde aula van Westerveld.
De Tweede Wereldoorlog heeft de vereniging niet onaangeroerd gelaten. Het crematorium werd door de bezetter ingezet om slachtoffers te ‘laten verdwijnen’; 324 verzetsmensen werden er gecremeerd. Voor deze en alle andere oorlogsslachtoffers vond in 1946 op Westerveld voor het eerst een doden herdenking plaats.
Na de oorlog kreeg de vereniging veel vragen van nabestaanden en de in 1946 opgerichte Oorlogsgravenstichting over het lot van verdwenen slachtoffers. Daarom werd ter nagedachtenis aan de 324 verzetsmensen én andere oorlogsslachtoffers in 1948 een bijzonder oorlogsmonument opgericht, waar tot op de dag van vandaag op 4 mei in de gemeente Velsen de doden herdenking plaatsvindt.
Met het crematorium in Dieren (Gelderland) werd er op 24 april 1954 in ons land een tweede crematorium geopend. Net als bij crematorium Westerveld (1913) in opdracht van de Vereniging voor Facultatieve Crematie.
Een tweede crematorium werd noodzakelijk, omdat – na Westerveld in het westen – ook steeds meer mensen in het oosten van Nederland voor crematie kozen. De hoge vervoerskosten naar het Crematorium Westerveld waren steeds vaker een bezwaar.